Meer gelijkwaardigheid in onze samenleving: dat iedereen erbij hoort en niemand buitengesloten wordt. Dat is het doel van inclusieve communicatie. Inclusief en genderneutraal schrijven is daar een belangrijk onderdeel van. Maar hoe pak je dit aan? Met deze tips help ik je goed op weg!
Sekse, geslacht, gender. Ben je even de weg kwijt? In een eerdere blog schreef ik over de verschillen tussen deze woorden. Over waarom niet iedereen past in het binaire hokje van cisgender man/vrouw.
Wat is genderneutraal schrijven?
Ben je er al van bewust hoe mannelijk onze taal eigenlijk is? Denk aan het “jongens” als je een groepje kinderen roept. Of zinsneden als “ze moet wel haar mannetje staan”, “als één man…” of “verman je”. Onze taal is geschreven door én voor mannen; zij waren in het verleden de enigen die konden lezen én schrijven; de enige alfabeten. Niet zo gek dus dat het mannelijk perspectief nog altijd zó doorklinkt. In kranten, in brieven, in blogs, in webteksten en alomvattender zelfs nog: in ons dagelijks taalgebruik. Genderneutraal schrijven slaat de weg in van gelijkwaardigheid. Gelijkwaardigheid van alle mensen. Het maakt geen onderscheid op basis van sekse en gender.
Inclusief en genderneutraal schrijven betekent dat je stopt met labeltjes van ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ plakken op mensen, dingen of andere woorden. Hierdoor krijgt iedereen een plek in de taal en voelt iedereen zich aangesproken. Wees je er wel van bewust dat het een nieuwe taal is, die een nieuwe manier van denken vraagt. Hoe pak je dat aan?
PS Misschien denk je dat genderinclusief schrijven alleen een big deal is voor een kleine groep, maar niets is minder waar. 5% van de héle wereldbevolking worstelt met hun gender. En in ons land wonen zo’n 48.000 mensen met een transgenderidentiteit.
Maak je aanhef persoonlijk of neutraliseer
Een brief, e-mail of nieuwsbrief begint vaak met ‘geachte heer/mevrouw’. Dit is niet inclusief, want het biedt geen ruimte voor mensen die een non-binaire genderidentiteit hebben. Slim is daarom om voornamen in je database te verzamelen. Niets voelt zo persoonlijk als een nieuwsbrief die gericht is aan jou. ‘Beste Claudia…” Heb je geen voornamen? Bijvoorbeeld omdat je een hele groep aanspreekt. Verzin een neutrale aanhef, laat daarbij je creativiteit de vrije loop. “Beste mede-inclusionisten,” “beste impactmakers” of “beste creatievelingen…”
Schrijf in de ‘je-vorm’
Genderneutraal schrijven betekent dat ‘hij’ en ‘zij’ niet meer mogen. Gelukkig kun je zulke woorden makkelijk omzeilen. Bijvoorbeeld door de 3e persoonsvorm om te zetten naar de 2e: ‘u’ of ‘jij’. Waarbij ‘jij’ gangbaarder is op internet – zelfs mijn voormalige werkgever, Provincie Gelderland, spreekt haar bezoekers zo aan. Ik vind zelf ook dat het de tekst veel directer maakt: Je voelt je als lezer minder op afstand gezet.
Gebruik genderneutrale functietitels
Secretaresse of administratief medewerker. Specialiste of deskundige. Juf of leerkracht. Boekhoudster of financieel expert. We hebben in onze taal functietitels enkel, alleen en uitsluitend voor vrouwen, waarbij we een ander gevoel krijgen dan bij het mannelijke equivalent. Zachter, kleiner, liever, minder serieus, minderwaardig. Mannelijke woorden stralen veel meer kracht uit, geven expertise aan. Wat deels komt door de autoriteit die we aan mannen toedichten. Flauwekul natuurlijk, want andere genders kunnen net zo goed expert zijn in hun vak. Vandaar dat ik adviseer om vrouwelijk functietitels in de ban te doen. In plaats daarvan:
- Gebruik ik de zogenaamde mannelijke vorm als neutrale functietitel, dus als benaming voor alle genders. Zo zie ik mezelf als een tekstschrijver, contentspecialist en religiewetenschapper en niet als een tekstschrijfster, contentspecialiste en religiewetenschapster.
- Maak ik samenstellingen. Je hebt verschillende woorden die je kunt combineren met een vakgebied, waardoor de functietitel neutraal wordt. Denk aan ‘chef de nieuwsbrief’, ‘autoriteit op het gebied van interviews’, ‘een ombudspersoon, ‘een kenner op het gebied van journalistiek’, ‘brandweerpersoneel’, ‘een voetbaltalent’, ‘een lid van de directie’ of een ‘werkkracht’.
Vervang bezittelijke voornaamwoorden door lidwoorden
Dat we materieel zijn ingesteld, zie je zelfs terug in de taal. 😇 Voor bijna ieder zelfstandig naamwoord komt wel een bezittelijk voornaamwoord, daarmee maak je het concreet. Let maar op: “iedereen poetst zijn tanden”, “iedere leerling krijgt zijn rapport mee voor de vakantie” en “iedereen moet zijn fiets netjes in het rek bij het station zetten.” Ja, ja, ja, ook hier voeren mannen weer de boventoon. Mijn advies is daarom overal waar ‘zijn’ staat ‘de/het/een’ te schrijven. Of natuurlijk ‘hun’.
Gebruik het meervoud en verwijs ernaar met zij/hun
Een geniale tip, al zeg ik het zelf. Je kunt genderspecifieke termen omzeilen door woorden en hele zinnen in het meervoud te zetten. Hierdoor spreek je ook gelijk een hele groep aan, waardoor de kans dat je iemand buitensluit veel kleiner wordt. Ombudspersoon leest ongemakkelijk, ombudspersonen klinkt al logischer. Net als politiemensen, cameramensen, geluidsmensen en bewindspersonen.