Wat houdt begrijpelijk schrijven in voor jou? Deze vraag stelden we aan onze redacteur en webcaremedewerker Esther Nelis. Zij klimt vaak in de pen voor opdrachtgevers. Om teksten fijner leesbaar te maken. Begrijpelijker. In B1. In deze blog vertelt zij hoe ze dit aanpakt.
“Begrijpelijk schrijven is letterlijk een tekst zo schrijven dat het begrijpelijk is voor iedereen die het leest. Je schrijft het met de gedachte dat degene die het leest niets weet van het onderwerp van je tekst. Hierbij verplaats je je dus in de lezer: Als de lezer iets zou willen weten, hulp nodig zou hebben of naar informatie op zoek is, hoe zou je dan het meest duidelijk en eenvoudig iets kunnen vertellen of aanbieden?
Hierbij ga je dus niet uit van je eigen kennis van het thema of van de bijbehorende vaktermen, maar je gaat uit van de kennis van de lezer. En je zorgt er dus ook voor dat de tekst dan zo is geschreven dat ie toch fijn leest en de informatie gelijk te begrijpen is. Ongeacht wie de lezer is.
Taalempathie noem ik dat ook wel. Hoe ga je te werk als je een tekst begrijpelijk moet maken?
Korte zinnen, directe taal
Het gaat vooral om kortere zinnen maken. En direct taalgebruik: Niet te veel hulpwerkwoorden of wolligheid. Woordgebruik is ook heel belangrijk natuurlijk. Kies begrijpelijke, algemeen bekende woorden. En hak de informatie in behapbare stukken. Waarbij je weer in de huid kruipt van degene die het leest. Ga helemaal back to basic. Hoe zou je iets dan uitleggen of vertellen?
Begrijpelijk schrijven is synoniem voor betrokkenheid
De overheid schrijft vaak vanuit de kennis van de overheidsinstantie, die daarmee de indruk wekt ver van de burger af te staan. Alleen al door het gebruik van het woord ‘burger’ zelf. Maar juist om betrokkenheid te creëren met de lezer die op zoek is naar informatie of hulp, is betrokkenheid vanuit de schrijver ontzettend belangrijk. Alleen dan ga je de connectie aan en voelt iemand zich gezien. En dit komt de doelen en de communicatie vanuit de overheid alleen maar ten goede: een betrokken overheid.
Welke ‘complexe’ woorden of zinsstructuren kom je tegen die eenvoudig zijn om te zetten?
Ik kom vooral vakjargon tegen – casuïstiek is zo’n voorbeeld. Daar kun je ook zeggen “aan de hand van praktijkvoorbeelden”. En “expertise” – versimpelen naar: “veel kennis hebben over” maakt het al een stuk toegankelijker.
Of hele, op het eerste oog simpele dingen zoals ‘contact opnemen’. Het lijkt heel duidelijk, maar het kan nog duidelijker. Want: hoe neem je contact op? Door te bellen of te mailen….. Dat kun je ook gelijk zo formuleren. Dan weet degene die snel hulp of info nodig heeft gelijk hoe je in contact kunt komen.
Lengte van zinnen
Tot slot heeft de lengte van zinnen een groot effect op de leesbaarheid van een tekst. De regel is sowieso dat zinnen – om ze begrijpelijk te houden – nooit langer moeten zijn dan 28 woorden. Formele teksten, zoals overheidsteksten, zie ik hier meestal ruimschoots overheen gaan.
En dat maakt het ook zo interessant: Juist de dingen die voor jou als redacteur of schrijver vanzelfsprekend en begrijpelijk zijn qua taalgebruik zijn de dingen die je onder de loep kunt nemen.
Ik heb daar mijn eigen methode voor die ik de hummus-methode noem. Dat is kort gezegd: Je zorgt dat alle ingrediënten (informatie) erin zitten. En dat alles daarvan prettig smaakt (lees: wegleest), dus in balans is. Niet te veel, niet te weinig. En je kneedt het mengsel (de tekst) tot een soepele behapbare en compacte vorm. Als je al deze elementen in gedachten houdt, dan versimpel je een tekst en maak je hem fijn leesbaar en begrijpelijk voor iedereen.
Ik vind het dan ook ontzettend leuk om dit soort teksten te doorgronden en begrijpelijk te maken. Juist die connectie met de lezer er (weer) in te brengen. En zo inclusief te communiceren: Toegankelijk voor iedereen en zonder oordeel. Zodat zoveel mogelijk mensen zich gehoord voelen.”