“Onze enige beperking is ons denken.” Ik kan me nog goed herinneren dat ik deze reactie kreeg onder mijn bericht over de vooroordelen rondom het hebben van een beperking. Mijn scherm haperde en minutenlang stond ik stil bij de betekenis van de woorden. Woorden die zo mooi aansluiten bij mijn blog over inclusief taalgebruik. Een blog die ik een tijd geleden vol overtuiging schreef. Want ik dacht, nee, wist het zeker: woorden maken communicatie inclusief. Maar is dat wel zo? In deze online column neem ik je mee in wat aan de basis ligt van inclusieve taal: ons denken, inclusief alle frames.
Automatische processen in ons hoofd
Ik weet dat we er zeker niet zijn met inclusieve woorden. Inclusie eindigt immers nooit, al is het omdat je constant scherp moet blijven. Woorden rollen vaak volautomatische over je lippen. Vloeien zonder na te denken uit de pen. Al je hele leven ben je gewend om op een bepaalde manier over dingen te praten of te schrijven: Hoog- en laagopgeleid, blank, zwart rijden, blind starten, arbeidsbeperking… Onbewust, zonder na te denken poppen ze op je in je hoofd. Onbewust gebruiken we een bepaalde taal die we van jongs af aan hebben meegekregen.
Hoe kan het dat we bepaalde taal onbewust gebruiken?
Dat komt doordat je vanaf je geboorte een wereldbeeld meekrijgt dat steeds verder wordt ingekleurd. Dat bestaat uit een taalcontext. Een samentrekking van taal én context, want de één bestaat niet zonder de ander. Woorden creëren een werkelijkheid. Woorden geven richting, waardoor de ontvanger de door jou voorgeschotelde informatie vanuit een bepaald perspectief leest. Hoort. Ziet. Zo’n perspectief bestaat uit allerlei associaties. Associaties tussen woorden en tussen ideeën. In het communicatievak noemen we dat ook wel ‘frames’. Sommige frames hebben álle Nederlanders, andere gelden voor een bepaalde generatie, weer andere zijn persoonlijk.
Zo weet ik dat het voor veel mensen met een aandoening, maar ook met een migratie- of vluchtverleden voelt alsof zij altijd maar DE UITZONDERING zijn. Dit gevoel krijgen ze door daadwerkelijke uitsluiting, maar ook door de manier waarop anderen met én vooral over hen communiceren. Hierdoor krijgen ze een vijandelijker wereldbeeld, waardoor het vaak voelt alsof ze zich meer moeten bewijzen dan anders. Alsof de halve wereld tegen is.
Door dit frame roepen schijnbaar neutrale dingen onbewust hele negatieve associaties op
Op een gegeven moment zit iemand zo vastgeroest in zo’n frame dat dingen die voor de zender “neutraal” bedoeld zijn onbewust hele negatieve associaties oproept. Én dat is nou net wat inclusief communiceren zo’n ingewikkelde klus maakt. De zender heeft een bepaalde intentie, draagt een specifieke bril; maar ook degene die de tekst leest, leest ‘m met wéér een heel andere bril. Binnen luttele seconden activeert het brein bij beiden een specifiek frame. Hierdoor kan een goedbedoelde boodschap misschien wel inslaan als een bom. Door misschien wel één woord, dat in de ogen van de lezer ongenuanceerd is. Bij mij is het veelal het woord ‘arbeidsbeperkte’ dat kortsluiting geeft in mijn hersenpan.
Detail-werk
Dit zorgt ervoor dat inclusief communiceren verder reikt dan enkel een lijst maken van verboden woorden. Je moet je er bewust van worden welke emoties je woorden oproepen. Pas dan kun je er iets positief-klinkends tegenover zetten. Dat wil zeggen: woorden die voor je lezer positief genoeg klinken. Ik heb het bewust niet over iets ‘neutraals’, want ik geloof niet dat woorden neutraal kunnen zijn. Welk woord dan ook. Kortom, inclusieve communicatie is écht detail-werk.
Wees nieuwsgierig
Ik nodig je uit om je eigen frames te ontdekken, nieuwsgierig te zijn naar: hoe zou dit voor iemand zijn over wie ik het heb? Door je af te vragen: kan het met minder ‘oordeel’? Natuurlijk niet omdat je wil oordelen, maar omdat we het zo gewend zijn. En het is een spier die je kunt trainen.
Voelt iemand zich een migrant of voel die zich een mens met een migratie-achtergrond? Nou, dan weet je het antwoord wel. 😉
Succes! En als je een vraag hebt over inclusieve communicatie, je kunt me altijd mailen: Claudia@webmastery.nl. Wie weet, kan ik je helpen!